Broer en zus Benjamin Herman en Hanna Meijer. Ringdijk 225
Op 22 mei 1872 vestigt Herman Abraham Meijer zich met zijn vrouw Eva Hamburger te Zwijndrecht als slager. Zij gaan wonen op het adres Ringdijk 225. Het gezin krijgt 11 kinderen, waarvan zeven zonen en vier dochters. Zoon Benjamin Herman is de zesde zoon en dochter Hanna is de eerste dochter. Eva, de vrouw van vader Herman, overlijdt op 10 juli 1892. Hierna hertrouwt Herman met Kaartje Braatbaard. Uit dit huwelijk worden geen kinderen geboren.
NIW 5 maart 1897
Zie toelichting aan het einde van dit verhaal
Vrijwel alle zonen van Herman worden slager. Uitzondering hierop is Benjamin Herman. Hij wordt kantoorbediende. Helaas is niet bekend waar hij gaat werken. In december 1914 woont Benjamin Herman voor één maand in Eindhoven. Een reden hiervoor is niet bekend. Wel is bekend dat hij samen met zijn broer, Samuel Herman, naar Eindhoven verhuisd is. Benjamin Herman komt snel weer terug naar Zwijndrecht. Zijn broer blijft langere tijd in Eindhoven wonen. Hij verhuist later naar Dordrecht. In 1934 verhuist Benjamin opnieuw, ditmaal naar Antwerpen. Hij blijft hier tot 1938 wonen en keert dan terug naar Zwijndrecht. Zowel zijn vader, moeder als stiefmoeder zijn dan al overleden. In de slagerij van zijn vader is korte tijd zijn broer Abraham Herman werkzaam als vleeshouwers knecht.
Slager Herman Abraham Meijer. Bron RAD.
Abraham Herman overlijdt in 1901. Zuster Hanna is vermoedelijk bij haar vader werkzaam als winkeljuffrouw. Zij verhuist eind 1904 en begin 1905 voor korte tijd, ongeveer acht maanden, naar Rotterdam. Daar gaat zij eveneens werken als winkeljuffrouw in fijne vleeswaren. Bij terugkeer in Zwijndrecht wordt als beroep huishoudster genoteerd. Hoewel veel van de zeven zonen van Herman Abraham slager worden, neemt geen van hen bij diens overlijden (1932) de slagerij van hun vader over.
De slagerij Ringdijk 225, was direct naast de kerkstraatstoep gevestigd. Hier op de foto rechts. (foto collectie K. Popijus)
Zowel Hanna als Benjamin Herman blijven in de slagerij wonen.Vermoedelijk is dan ook hun zus Alijda inwonend. Zij overlijdt in juli 1940 te Rotterdam, maar als woon- en geboorteplaats wordt Zwijndrecht opgegeven. Van de elf kinderen worden zeven kinderen, al dan niet met hun gezin, in de 2e Wereld Oorlog om het leven gebracht. Zoon Jacob Herman overleeft als enige de oorlog. Hanna en Benjamin Herman worden in Zwijndrecht opgepakt en komen op 11 november 1942 in kamp Westerbork aan. Op 16 november 1942 worden zij op transport gesteld en worden direct na aankomst te Auschwitz op 19 november 1942 om het leven gebracht.
Toelichting advertentie
Noot: Dr. Ritter werd in 1884 benoemd tot opperrabbijn van Rotterdam. Ritter was meer dan veertig jaar opperrabbijn van Rotterdam. In die periode verbeterde hij de Sjechita door het vernieuwen van het corps aan slachters, het kasjroet, en het joodse onderwijs.
Religieus levende Joden eten alleen vlees van zoogdieren en gevogelte die zijn geslacht door middel van een halssnede en verbloeding. Verdoving of bedwelming is hierbij niet toegestaan. Dit noemt men sjechita. Het doel van deze manier van slachten is dat het dier zo snel mogelijk bloed en daardoor ook het bewustzijn verliest. Voor de slacht moet het dier goed gefixeerd worden.
Kasjroet (Hebreeuws: כשרות betekent ‘geschiktheid’) is het geheel van spijswetten dat in het jodendom bepaalt of voedsel wel of niet door joden gegeten mag worden. Voedsel dat aan deze spijswetten voldoet, beschouwt men als rein en wordt in het Nederlands traditioneel koosjer genoemd. Onrein voedsel wordt treife genoemd. Orthodoxe joden gaan strikt met de spijswetten om. Liberale joden houden zich minder strikt aan alle regels.
Het zich houden aan de Kasjroet-voorschriften is een belangrijk kenmerk van de Joodse identiteit, dat tijdens de eeuwenlange geschiedenis stand gehouden heeft.